Waar het aandeel bèta technische leerlingen licht positief te noemen is, zijn de aantallen dat duidelijk niet. Met uitzondering van vmbo basisberoepsgericht (bb), kaderberoepsgericht (kb) en gemengd (gl) en het vwo hebben alle andere leerwegen te maken met een daling. Dit wordt vooral veroorzaakt door de krimp van het totaal aantal leerlingen. Deze daling is zorgelijk, gezien de langdurig grote vraag naar technici op de arbeidsmarkt.
Belangrijkste cijfers:
• Het percentage leerlingen dat in 2022/2023 koos voor een N-profiel op de havo stabiliseert dit jaar op 36% na een daling sinds 2017/18. Op het vwo steeg het percentage met 2 procentpunt tot 59%. Vmbo kaderberoepsgerichte leerweg (kb) en de gemengde leerweg (gl) kennen een lichte stijging in de keuze voor een technische richting van respectievelijk; 22% naar 23% en 11% naar 12%. Bij vmbo basisberoepsgerichte (bb) leerweg blijft het percentage dit jaar stabiel op 24%.
• Het aantal leerlingen in het derde jaar met een technisch profiel op vmbo bb/kb/gl is het afgelopen jaar toegenomen van 11.440 tot 12.550. Ook het vwo kent een zeer lichte stijging qua leerlingenaantallen met keuze voor een N-profiel. Voor de andere onderwijsniveaus zijn de aantallen dalende. Op het mbo is bijvoorbeeld de instroom in de technische opleidingen het afgelopen jaar gedaald van 38.374 naar 38.000.
• In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is de instroom al een aantal jaren stabiel op 28%, in het hoger beroepsonderwijs (hbo) stabiliseert het aandeel studenten dat kiest voor een techniekopleiding op 23%. Op de universiteiten steeg het aandeel licht tot 35%.
• De vertegenwoordiging meiden en vrouwen in het bètatechnisch onderwijs neemt bijna overal toe. Het aandeel meiden dat op de havo voor een N-profiel kiest is dit jaar voor het eerst gelijk (36%) aan dat van de jongens. Tien jaar geleden was dit verschil 11 procentpunt. Op het vwo is het verschil nog 1 procentpunt (jongens 59% en meiden 58%).