LUCHTDRUKKEN

Met ballonnen hebben de leerlingen al weleens ontdekt dat je daar een beetje kracht mee kunt uitoefenen. Maar behalve het luchtkussen waarmee de Wegenwacht auto’s optilt, wordt lucht als kracht vooral gebruikt in slangen en cilinders in apparaten en machines. Om te ontdekken hoe het werkt koppel je twee injectiespuiten (zonder naald) aan een slangetje. Als je de lucht uit de ene spuit drukt, vult de andere spuit zich met lucht en schuift de spuit open. Dit systeem heet pneumatiek als het op lucht werkt en hydrauliek als het met vloeistof (water of olie) werkt. Lepelkranen en andere industrievoertuigen werken vaak met hydrauliek.

De leerlingen ontdekken de (veer)kracht van lucht en als middel voor overbrenging van krachten en dat vloeistoffen niet samendrukbaar zijn.

Na een inleidend gesprek over dit onderwerp geef je klassikaal een demonstratie over de werking van het systeem met spuiten en slangetjes. Daarna proberen de leerlingen het zelf. systeem. Aan de hand van het werkblad wordt een toepassing gemaakt. Gebruik spuiten van 10ml en een transparante slang van 6mm die goed op de spuit past.